Prijswinnende Bie Olthof ‘is zelf een formule’

Universeel autobedrijf Bie Olthof in Nijverdal won in oktober de felbegeerde titel Bovag Onafhankelijk Autobedrijf van het Jaar 2024. Eigenaar Ian Olthof vertelt over de weg die naar het succes leidde.

Vlak voor het interview wijst Ian Olthof (33) op een foto die in de vensterbank van zijn werkkamer staat. Op het zwartwit-beeld is een kleine werkplaats in een garage te zien. De pittoreske afbeelding doet huiselijk aan. “Daar begon het allemaal,” vertelt Olthof. “Deze foto is in 1988 genomen, nog voor mijn geboorte. In dat kleine schuurtje in Hellendoorn is mijn vader Jan, echt een man van de techniek, begonnen met het sleutelen aan auto’s. Even later, in 1990, kochten mijn ouders het autobedrijf en tankstation van de familie Prangsma. Dit was een autobedrijf met een wit keetje erbij.”

Nu, zo’n drieënhalf decennium later is het bedrijf van Ian Olthof, die in 2017 mede-eigenaar van het bedrijf werd en in 2023 de regie van zijn vader volledig overnam, door de Bovag onderscheiden als Onafhankelijk Autobedrijf van het Jaar 2024. Het bedrijf, dat nu Bie Olthof heet en een full service autobedrijf is, is daarmee de opvolger van Stolk Autoservice. “Dat is een prachtige onderscheiding, een titel die we het komende jaar ook volop en met trots gaan uitdragen. Het is een mooie erkenning voor het werk dat we hier nu met 24 medewerkers verrichten.”

Olthof beschrijft de weg die naar het succes leidde. “We begonnen klein en simpel. Mijn vader had een bedrijf opgebouwd dat een hele goede naam in de regio had. Daar kon ik op voortborduren. En die goede naam is altijd de belangrijkste pijler onder dit bedrijf gebleven. Goede service bieden staat voor mij op de eerste plek. Als een klant een probleem heeft, lossen we dat op. Geen discussie. Zo groeit vertrouwen. We kunnen nu bij wijze van spreken met twee woorden een auto verkopen.”

Bie Olthof (Twents voor ‘bij Olthof’) is anno 2024 een autobedrijf met eigen werkplaats en een tankstation met shop, waar aanhangwagens en bussen worden verhuurd en vers belegde broodjes verkocht. Het bedrijf koopt en verkoopt ook dagelijks auto’s. “Wij verkopen zo’n 550 occasions per jaar. Deze komen uit de groothandel, Indewal in Zwolle bijvoorbeeld. Door ze bij de groothandel in te kopen, krijg ik misschien niet de allerbeste marges, maar ik weet wel waar ik aan toe ben. De levertijden zijn relatief kort en de auto’s worden hier schoon geleverd. Dat vind ik prettig. Als ze bijvoorbeeld uit Duitsland moeten komen, ben ik zo’n zes of zeven weken verder voordat ze daadwerkelijk op kenteken staan. Maar als ik aan het begin van de week tien auto’s bij Indewal koop, staan ze eind van de week op onze website. Ik heb nu zo’n zestig occasions online staan. Deze zitten in de prijsklasse tussen 10 en 40 duizend euro. Gemiddelde auto’s dus. Ik ben afgestapt van het hele oude segment. Daarop liep ik leeg. Waar ik wel blij mee ben? De Japanse auto’s. Die hebben niet voor niets een goede naam.”

Teamspeler

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, ook bij Olthof, die zichzelf meer als ondernemer dan als ‘werkplaatsman’ omschrijft. “Daarom was ook een van mijn eerste handelingen het aanstellen van een werkplaatschef, zodat ik mij meer op de in- en verkoop kan richten. Handelen zit meer in mijn bloed. Bovendien ben ik een teamspeler. Wij hebben hier 24 mensen op de loonlijst, waaronder zes monteurs en twee receptionisten. Mijn taak is om te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant opstaan. Ik hoop dat het nog heel lang zal duren, maar stel dat ik, om wat voor reden dan ook wegval, wil ik dat het bedrijf doordraait. Maar ik heb het ontzettend naar mijn zin, wil nog heel lang ‘bie Olthof’ blijven.”

Over de toekomst gesproken: groeien is niet de belangrijkste ambitie van Ian Olthof. “De afgelopen acht, negen jaar zijn we ieder jaar al gegroeid, we hebben veel geïnvesteerd. We hebben nu het punt bereikt dat echt groeien niet meer hoeft. Ik wil wel op deze plek blijven. Als wij bij wijze van spreken verhuizen naar een industriegebied aan de rand van Almelo, omdat we daar de groeiruimte hebben, verliezen wij onze identiteit. Nu is het zaak voor ons om stabiel te blijven en mee te gaan met de nieuwste ontwikkelingen,” doelt Olthof onder meer op de elektrificatie van het wagenpark.“Omdat we onafhankelijk zijn kunnen we snel schakelen, we waren een van de eerste onafhankelijke bedrijven die e-occasions durfden in te kopen.”

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

In de shop van Bie Olthof kunnen klanten terecht voor een kop koffie en vers belegde broodjes.

Formules

Olthof gaat prat op zijn onafhankelijkheid, zo vertelt hij even later. “Wij zijn niet aangesloten bij een formule omdat we zelf een formule zijn. Of wij ons toch in de toekomst ergens bij aansluiten? Ik denk het niet, maar helemaal nooit kan ik natuurlijk ook niet zeggen. Kijk, er wordt veel gezegd dat een formule ontzorgt, op marketinggebied, op sociale media, met HR-vraagstukken. Maar op dit moment hebben we die kennis zelf in huis. Bovendien spreekt de naam ‘Bie Olthof’ hier tot de verbeelding. Als we bijvoorbeeld ‘Vakgarage Olthof’ worden, verliezen we die unieke identiteit. Ik zie nu niet in hoe een formule ons kan ontzorgen. Neem de leveringen. Parts Points is onze onderdelenleverancier, daar zitten we gewoon zelf mee aan tafel. Daar heb ik geen formule voor nodig. En de sociale media van formules vind ik onpersoonlijk. Nogmaals, ik weet niet hoe de branche verandert en voor welke keuzes en overwegingen ik in de toekomst kom te staan, maar nu zoek ik geen toenadering tot formules.”

Dat Olthof op eigen benen kan staan, betekent niet dat hij geen kopzorgen heeft. “Ik lig wel eens wakker vanwege het personeelstekort,” zo erkent hij. “Het krijgen en vasthouden van goed technisch personeel is mijn grootste hoofdpijndossier. Ik weet dat er zo’n 11 duizend vacatures openstaan in monteursland. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Ik weet dat wij een fijne werkplaats hebben, maar monteurs zijn nu eenmaal moeilijk te vinden. Ik ben benieuwd hoe zich dit gaat ontwikkelen. Ik heb wel eens een sollicitatiegesprek met iemand die niet veel meer met auto’s heeft dan dat hij Formule 1 leuk vindt. Daar heb ik dus niets aan. Ik kan mij nog herinneren dat er eens een jonge jongen uit de streek op zijn zelfgebouwde brommer naar mij toekwam en zei: ‘Ian, ik ben op zoek naar een baan in de werkplaats’. Kijk, dat moet ik hebben! Dat is personeel waar je op kunt bouwen.”

Wij zijn niet aangesloten bij een formule, we zijn zelf een formule.

Het gebrek aan technisch personeel heeft ook invloed op het aantal werkplaatsdoorgangen, erkent Olthof tot zijn spijt. “Voor nieuwe klanten moeten wij ‘nee’ verkopen in de werkplaats. Dat doet pijn, maar het kan niet anders. Natuurlijk kunnen mensen die hier een occasion kopen wel bij ons terecht voor onderhoud. Dat kan ik niet maken om die af te wijzen. De wachttijd voor een onderhoudsbeurt is nu zo’n vier á vijf weken. Al is er altijd ruimte voor spoedgevallen. Daar hebben wij ook altijd leenauto’s voor staan.”

Ian Olthof: “Wij hebben hier 24 mensen op de loonlijst, waaronder zes monteurs en twee receptionisten. Mijn taak is om te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant opstaan.”

Onderscheiding

Terug naar de titel ‘Onafhankelijk Autobedrijf van het Jaar 2024’ die Bie Olthof op 1 oktober kreeg van de Bovag. De onderscheiding doet Olthof extra goed omdat hij zichzelf als ‘Bovag-ambassadeur’ omschrijft. “De naam Bovag heeft een naamsbekendheid van 80 tot 90 procent bij de autorijder. Ik kan altijd bij ze terecht met vragen, bijvoorbeeld over cao’s. Ook zijn hun accountmanagers actief en is het keurmerk op het pand mij veel waard. Ze bieden veel, maar je moet er wel zelf iets uithalen. Ik ben ook heel blij dat we door ze onderscheiden zijn. We hebben die verkiezing vanaf het begin heel serieus genomen, er veel tijd in gestoken. Gelukkig heeft de jury gezien dat het ‘Olthof-DNA’ iets bijzonders is. Hoe ik het Olthof-DNA zou typeren?” Lachend: “Het klinkt heel cliché, maar goed, clichés zijn niet voor niets clichés: we hebben hier geen 9-tot-5-mentaliteit. Wij staan 24/7 klaar voor de klant. Zij zijn hier te gast. Ik spreek ook liever over gasten dan over klanten. De werknemers hier zijn naast monteur, winkelmedewerker of pompbediende ook gastheer of gastvrouw.”

The post Prijswinnende Bie Olthof ‘is zelf een formule’ first appeared on Automotive Online.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *